Welke Grofheid voor welk gebruik?
Voor zwaar slijpwerk - om inkepingen in de rand af te slijpen of wanneer het blad ongewoon erg bot is - zijn stenen van 120 tot 400 grit nodig. In dit geval adviseren wij stenen met een grit tussen 120 en 240.
Voor de normale slijping worden stenen met een korrel van 700 tot 2000 grit gebruikt. Wij adviseren stenen tussen 700 en 1200 grit.
Om de fijne krassen en de braam die door grovere stenen zijn achtergebleven weg te halen en het oppervlak te polijsten, kan men stenen gebruiken die rond 2000 grit beginnen. Daarboven is er theoretisch geen bovengrens, maar stenen boven de 10000 geven geen meetbare praktische verbetering in de rand. Het is ook interessant om op te merken dat er boven de 8000 grit geen Japanse meetnorm bestaat. Met alle stenen met een fijnere korrel, moet men gewoon het woord van de fabrikant nemen.
Voor degenen die een redelijke ervaring hebben met slijpen, raden wij een polijststeen van 8000 grit aan. Als men niet zeker is, of voor beginners, zullen stenen met een grit tussen de 3000 en 6000 aanvaardbare resultaten opleveren.
Dus in principe heeft men minstens drie stenen nodig als men een aanzienlijke mate van verscherping moet doen. Eén voor zwaar slijpwerk, één voor normaal te slijpen en één om te polijsten.
Voor iemand die slechts af en toe messen slijpt en weet dat hij geen inkeping in de rand van het mes hoeft weg te slijpen, kan bijvoorbeeld een combinatie steen zal hiervoor volstaan. De grootte die men kiest hangt meestal af van een afweging tussen kosten en snelheid. Hoe groter de steen, hoe sneller men kan messen slijpen. De kleinere stenen werken net zo goed, ze nemen iets meer tijd in beslag.
